BOL-opleiding praktisch

Inschrijven nieuwsbrief

Avondklas aankondigingen

Meerdaagse trainingen aankondigingen

BOL-opleiding praktisch

De BOL-opleidingen (mbo 3 en mbo 4)

Een opleiding aan Warmonderhof biedt je vele beroepsmogelijkheden in de sterk groeiende, groene sector: als leidinggevende, bedrijfsleider of ondernemer. Warmonderhoffers vind je overal ter wereld in allerlei groene beroepen. Kom eens langs op onze meeloopdagen!

We leiden jongeren op tot vakexperts die van betekenis kunnen zijn voor de toekomst van onze landbouw. Het boerenleven, en ook de opleiding, bestaat uit veel werken, met pieken in de zomertijd. De voltijdopleidingen of ook wel Beroeps Opleidende Leerweg (BOL) richten zich op het ontwikkelen van jouw persoonlijke werkwijze, vakkennis en vakvaardigheid. Die persoonlijke werkwijze krijgt veel ruimte via projecten, praktijk, individuele opdrachten, werkstukken, stages en werkgroepen.

Opleidingsniveaus

Niveau 4

De opleiding op niveau 4 duurt vier jaar en leidt op tot Bedrijfsleider biologisch-dynamisch bedrijf. Dit niveau is gericht op zelfstandig werken als werknemer of ondernemer op een biologisch-dynamische boerderij.

Niveau 3

De opleiding op niveau 3 leidt op tot Vakbekwaam medewerker biologisch-dynamisch bedrijf (teelt/vee). Dit niveau leidt je op tot zelfstandig medewerker in de biologisch-dynamische landbouw.

 

Er wordt ruim aandacht besteed aan de basiskennis die noodzakelijk is om goed en met voldoening in de brede landbouwsector te kunnen werken. De praktijk is daarbij een belangrijke leerbron. De theorielessen houden verband met het uitvoerende werk op het veld en in de stallen; soms vinden de lessen ook plaats op praktijkbedrijven.

De vakken

Op Aeres Warmonderhof krijg je in vier jaar een gevarieerd vakkenpakket aangeboden. De vakken zijn gericht op landbouw, techniek, economie, antroposofie, kunstzinnige vorming en biologie.

Landbouw
De landbouwvakken zijn gericht op veehouderij, akkerbouw, fruitteelt, en bodemvruchtbaarheid. Dit zijn de vakken waar veel tijd en aandacht aan wordt besteed. Omdat de biologisch-dynamische landbouw uitgaat van het gemengde bedrijf komen alle vakgebieden aan bod. Je leert hoe de verschillende vakgebieden elkaar aanvullen en versterken. “Werken met aandacht” is een vak dat je waarneming ondersteunt. Dat werkt in alle vakken door.

Techniek
Onder de technische vakken vallen vooral werktuigen, motoren en onderhoud. De landbouw in Nederland is gemechaniseerd. Een boer is geen werktuigkundige, maar kennis van landbouwerktuigen is wel noodzakelijk om goed en veilig te kunnen werken. Zo leer je ook,  onderhoud en reparaties uit te voeren.

Economie
De economische vakken zijn onder meer: agrarische bedrijfseconomie, ondernemerschap en boekhouden. Zonder een degelijke economische basis kan geen enkel bedrijf bestaan. Daarom is er aandacht voor algemene economie, marketing, rechtsvormen en boekhouden. Het doorrekenen van de economische situatie van een bedrijf wordt aan de hand van bestaande bedrijven geoefend.

Antroposofie
De antroposofische vakken zoals waarnemen, aardeontwikkeling, mensontwikkeling en preparaten maken en gebruiken, bieden de mogelijkheid om vanuit een andere invalshoek tot nieuwe inzichten te komen. Praktische en toepasbare uitwerkingen van de antroposofie staan hier centraal. Antroposofie is voor ons geen vastliggende visie maar een zich continu ontwikkelende kijk op het leven. We willen het zo brengen dat je je vrij voelt om in de visie zover mee te gaan als het jou bevalt.

Kunstzinnige vorming
Binnen de opleiding staan ook vakken als kunst, jaarfeesten en toneelspel centraal. Een goede boer geeft namelijk zijn ogen de kost en is een creatieve denker. Kunstzinnige vakken waarin intensief met vorm, kleur en beweging wordt gewerkt, ontwikkelen het vermogen om goed waar te nemen en te zorgen voor afwisseling. Ook studenten die zich hier in eerste instantie niet toe aangetrokken voelen, staan vaak versteld van hun eigen talenten en van hetgeen ze daarmee creëren.

Biologie
In de vakken zoals dierkunde, plantkunde en landschap wordt er volgens een fenomenologische wijze (antroposofische wijze) naar de natuur gekeken. Niet alleen de huidge toestand is daarin van belang, maar ook de ontwikkelingsweg naar de huidige toestand speelt een wezenlijke rol. Evolutie, erfelijkheid en metamorfoseleer worden op eigen wijze benaderd. Ook is er een vak landschap, waarin het Nederlandse landschap wordt behandeld en waarin naar de mogelijkheden wordt gekeken van agrarisch natuurbeheer, waarmee een boerenbedrijf het landschap kan vormgeven.

 

Periodesysteem

Tijdens een lesperiode van een aantal weken werk je intensief aan een beperkt aantal vakken. Die vakken sluit je aan het eind van zo’n periode af. Zo kunnen studenten en docenten zich op een paar onderwerpen diepgaand concentreren. Een aantal theorie- en praktijkperiodes worden afgesloten met een toets of een proeve van bekwaamheid (PvB).

Praktijk intern

Je volgt een deel van de praktijkopleiding op boerderijen in bedrijf. Dat zijn deels de boerderijen van stichting Warmonderhof en deels praktijkbedrijven in de omgeving. In het eerste en tweede leerjaar leer je het uitvoerende werk, zoals melken, voeren, zaaien, planten, wieden, oogsten, trekkerwerk en werktuigonderhoud. Na anderhalf jaar intern te hebben gewoond, geleerd en gewerkt, ga je in het voorjaar van je tweede jaar voor een lange stage naar een extern boerenbedrijf. In het derde en vierde leerjaar werk je vervolgens weer op bedrijven in de omgeving, waaronder die van Stichting Warmonderhof, maar dan heb je meer een begeleidende rol. Je begeleidt en instrueert dan de eerste- en tweedejaars.

Lange externe stage

In de maand april van het tweede jaar ga je voor zes maanden op externe stage op een biologisch-dynamisch bedrijf. Veel studenten grijpen deze kans aan om naar het buitenland te gaan. Dat hoeft echter niet; ook in Nederland zijn vele mooie bedrijven waar je stage kunt lopen.

Specialisatie

Het gemengde bedrijf is de basis voor de biologisch-dynamische landbouw. Je verdiept je daarom de eerste twee jaren in akkerbouw, veehouderij, tuinbouw en fruitteelt. In de laatste twee jaren kies je voor veehouderij/akkerbouw of tuinbouw, maar een uitstapje naar een andere tak blijft mogelijk.

Het eindwerkstuk

Alles wat je in vier jaar geleerd hebt, komt bijeen in het laatste jaar van de opleiding. Dan schrijf je je eindwerkstuk. Je zoekt daarvoor naar een gangbaar landbouwbedrijf, dat je (op papier) gaat omschakelen naar een biologisch-dynamisch bedrijf. Alles zal moeten kloppen, van landschappelijke elementen tot bedrijfseconomische resultaten en de teelt.