BBL-opleiding praktisch
Lesdagen en lestijden
De BBL-opleiding start in september. je hebt één dag per week les, in totaal 32 lesdagen per schooljaar. Je kunt kiezen uit lesdagen maandag, dinsdag, woensdag of donderdag. Op alle dagen wordt in alle richtingen lesgegeven. Je lesdag blijft gedurende de hele opleiding hetzelfde. Ook ’s avond is er les en soms is er aansluitend een Avondklas.
Lestijden
10.30-12.00
13.00-14.30
15.00-17.00
18.00-19.30
Hoe werkt het leren en werken?
De tweejarige beroeps begeleidende leerweg (BBL) is sterk praktijkgericht, waarbij het doel is dat je na afronding zelfstandig kunt werken op een boerenbedrijf. De opleiding is gebaseerd op het werken op een goedgekeurd biologisch of biologisch-dynamisch stadslandbouwbedrijf, zorglandbouwbedrijf of landbouwbedrijf met agroecologie, met aanvullend het leren op Warmonderhof. Je werkt minimaal 80 dagen per jaar op je praktijkbedrijf, dus daar vindt een flink deel van je opleiding plaats. Naast de praktijk ga je eens per week een dag naar Warmonderhof in Dronten voor theorieles.
Uitleg niveau en keuze van je praktijkbedrijf
Je kunt kiezen uit mbo-niveau 2 en 3. Op niveau 2 krijg je automatisch het keuzedeel bd-landbouw. Op niveau 3 ook, maar dan heb je bovenop het vaste keuzedeel bd-landbouw nog de keuze uit de keuzedelen stadslandbouw, zorglandbouw of agroecologie. Je hebt les met alle niveaus door elkaar in één klas, dus de inhoud van de lessen is op niveau 2 en 3 hetzelfde. De opdrachten en de praktijk verschillen.
Niveau 2
Niveau 2 leidt op tot Medewerker. Voor het niveau 2-examen moet je alle dagelijkse werkzaamheden op een boerenbedrijf zelfstandig kunnen uitvoeren. Als je de opleiding op niveau 2 doet, kun je op elke biologische of biodynamische boerderij je praktijk lopen. Op niveau 2 kun je geen extra keuzedelen kiezen.
Niveau 3
Niveau 3 leidt op tot Vakbekwaam medewerker. Op niveau 3 is het verplicht, gedurende de hele opleiding praktijk te lopen op een bedrijf dat past bij je keuzedeel. Het examen voor niveau 3 is uitgebreider dan op niveau 2. Op niveau 3 moet je kunnen aantonen dat je kunt organiseren en plannen en dat je medewerkers kunt begeleiden. Is de boer een week weg, dan moet jij het bedrijf een week lang draaiende kunnen houden inclusief het aansturen van medewerkers. Het niveau-3-keuzedeel vind je vooral terug op je praktijkbedrijf, in extra schoolopdrachten en in een speciaal examen. Niveau 3 is bijna tweemaal zo duur als niveau 2.
Uitleg keuzedelen
Keuzedeel bd-landbouw
Dit keuzedeel krijg je altijd, dus zowel op niveau 2 als niveau 3. De bd-denkwijze en -werkwijze vormen de basis van onze opleidingen en zijn verweven in het hele leerplan. Zo kom je het tegen in de lessen bodemvruchtbaarheid, de antroposofielessen, werken met aandacht en de lessen bedrijfsinrichting. Op niveau 2 is het keuzedeel bd-landbouw ook je enige keuzedeel.
Volg je niveau 3, dan kun je bovenop het keuzedeel bd-landbouw ook nog kiezen voor één van de onderstaande keuzedelen.
Keuzedeel stadslandbouw
Je leert wat er in de breedte allemaal komt kijken bij een stadslandbouwbedrijf. Stadslandbouwbedrijven worden gekenmerkt door direct contact met en verkoop aan consumenten in hun omgeving. Denk aan groentepakketbedrijven en zelfoogsttuinen. vaak hebben ze nog een ander verdienmodel met bijvoorbeeld workshops en activiteiten. Dat betekent: veel PR, sociale media en nieuwsbrieven en contact met lokale overheden en organisaties. Stadslandbouwbedrijven zijn boerderijen die hun missie willen uitdragen: hoe iets groeit, wat gezonde voeding is. Je moet in je keuzedeelexamen aantonen dat je een activiteit kunt organiseren. Dit keuzedeel is zeer geschikt voor de mensen die zelf een tuinderij willen starten.
Keuzedeel zorglandbouw
Zorgboerderijen hebben naast het telen van groenten of het houden van vee, zorgcliënten op hun bedrijf die begeleid moeten worden. De landbouw is bij uitstek een bedrijfstak om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, of met een beperking, werkritme te bieden en de positieve invloeden van het buiten werken. Dit keuzedeel is zeer geschikt voor degenen die warm lopen voor het begeleiden van mensen op fijne, groene, buitenplekken. Ben je klaar met de opleiding met keuzedeel zorg, dan mag jij als tuinder of veehouder in de praktijk zorgvragers begeleiden. Je verleent niet de zorg zelf. Dat doet iemand met minimaal MBO4-zorg.
Keuzedeel agro-ecologie
Het landbouwbedrijf kiest steeds vaker voor extra natuurbeheer om de biodiversiteit te vergroten. Je leert hoe je ecologische aanpassingen kunt doen op je leerbedrijf. Agro-ecologie gaat er vanuit dat je het hele bedrijf op het ecosysteem en het landschap aanpast. Je gaat je bedrijf als een landschap beheren waar je probeert er zoveel mogelijk voedingsstoffen vanaf te halen op een economisch en ecologisch eerlijke manier. Je landschapselementen zijn ondersteunend aan je teelt en je gaat op zoek naar teelten die de biodiversiteit en hydrologie ondersteunen zoals agroforestry en natuurlijke watersystemen. Het is ook een principe-landbouw waarbij je zoekt naar meerdere bedrijfstakken/bedrijven op hetzelfde stuk land, lokale afzet en minder globale impact door minder import van grondstoffen.
Theorielessen deeltijdopleiding bd-landbouw
De theorielessen sluiten nauw aan bij de werkzaamheden op het praktijkbedrijf en zijn vaak direct in de praktijk toe te passen of te onderzoeken. Hierdoor leer je veel in korte tijd en groei je snel in je werk.
Groente- en fruitteelt
Het gaat hier de groentes, hoe je ze teelt, bemest, verzorgt en oogst. Er wordt aandacht besteed aan ziektes, ziektepreventie en plagen. Na twee jaar kan je een goed doordacht vruchtwisselings- en teeltplan opstellen. Ook fruitteelt krijgt aandacht in de opleiding.
Veehouderij
In de veehouderij staat het werken met landbouwhuisdieren centraal. Het gaat vooral om gedrag, voeding, verzorging en gezondheid. Ook is er aandacht voor ziektes en ziektepreventie.
Akkerbouw
Dit vak heeft alles te maken met bodemverzorging, bemesting en het onderhouden van een goede structuur. Dit is de basis voor de verzorging, teelt en oogst van de gewassen. Uiteindelijk moet je een bouwplan kunnen maken. Akkerbouw is een klein onderdeel, er zijn niet heel veel mensen die in deze sector aan het werk gaan.
Techniek
Het goed gebruiken van machines is essentieel voor het resultaat, of het nu klein gereedschap betreft of groot materieel. Je leert over het gebruik, onderhoud van trekkers, eenvoudige reparaties en de werking en afstelling van landbouwmachines.
Achtergronden van de BD-landbouw
Wie in de biologische-dynamische landbouw wil werken doet er goed aan kennis te nemen van de principes en werkwijze van deze vorm van landbouw. Daarom is er in de opleiding onder meer aandacht voor antroposofie, de werking en gebruik van preparaten.
Ondernemersvaardigheden
Je leert welke eisen er aan een boer worden gesteld om de dagelijkse werkzaamheden te organiseren. Onderdeel van de ondernemersvaardigheden zijn het opstellen van het teeltplan.
Economie
Als je economie in je eindopdracht kiest, werk je aan een ondernemingsplan voor een bedrijf. Je leert de belangrijkste economische kengetallen interpreteren en de boekhouding lezen.
Keuzedeelspecifieke lessen
Je bedrijf ziet er anders uit wanneer je zorglandbouw, stadslandbouw of productielandbouw bedrijft. In een groot deel van de hoofdvakken liggen de accenten dan anders. Een teeltplan voor een zorglandbouwbedrijf ziet er bijvoorbeeld heel anders uit dan dat voor een stadslandbouwbedrijf of productiebedrijf. Idem dito voor de organisatie van een veehouderij. De lessen worden hierop toegesneden.