Martha Boer (60)
“Ik denk dat er vaak te veel wordt gepraat in de hulpverlening. Juist die boerenmentaliteit van samen een klus klaren en onderwijl wat praten, is heel helpend voor de doelgroep van zorgvragers: mensen met een burn-out, mensen met dementie, mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychische kwetsbaarheid. Hier op Warmonderhof noemen ze dat ‘mens worden aan de landbouw’. En daar sta ik helemaal achter. Het geldt eigenlijk voor iedereen, wat je achtergrond ook is.”
“Je kunt soms beter het land op gaan om wat werk te verzetten”
Martha Boer (60) is ten tijde van dit interview eerstejaars student aan Warmonderhof. Ze doet de opleiding Vakbekwaam medewerker biologisch-dynamische teelt
“Naast mijn driedaagse baan in de zorg loop ik stage op De Eemlandhoeve Moestuin in Bunschoten-Spakenburg en doe ik de opleiding hier aan Warmonderhof; een perfecte afwisseling. Nadat ik een paar dagen allerlei moeilijke situaties heb besproken met mensen kan ik weer met mijn handen de aarde in. Zo zie ik ook mijn toekomst: als een combinatie van zorg en landbouw.
Mijn klasgenoten brengen veel levenservaring mee
Op Warmonderhof leer ik ontzettend veel over de bodem en hoe alles werkt. Ik leer over het verschil tussen gangbaar, biologisch en biodynamisch. Ik leer leuke mensen kennen waar ik op mijn beurt ook heel veel van leer. Zij brengen zoveel levenservaring en kennis mee over hun praktijkbedrijven. En ook de docenten zijn geweldig. Die geven zo geanimeerd les, haha: ik hoef nu niet meer naar het theater!
Juist die boerenmentaliteit is zo helpend
Mijn eerste stage liep ik bij Herenboeren. Ik dacht: ik ga proberen mee te komen met de mannen. En zo ben ik veel sterker geworden. Inmiddels loop ik stage bij de Eemlandhoeve Moestuin in Bunschoten-Spakenburg. Dat is een biologisch gemengd bedrijf met veel randactiviteiten zoals een proeflokaal en de ‘Mansholtcampus’ waar ze nieuwe landbouwontwikkelingen vormgeven: superinteressant. En grappig, op enig moment keek ik even op tijdens het planten en zag ik een bruid tussen de kolen en de mais doorschieten.
Ik vind zestig jaar de perfecte leeftijd om om te scholen. Als je zo energiek bent als ik, en je dit allemaal nog kunt, dan teken je daar toch voor! Ik bracht mijn jeugd door in Drenthe, als kind van een boer met een klein gemengd bedrijf. Ik heb in mijn jeugd zó veel geschoffeld en gewied. Wij hadden ook droogbloemen, dat moest op de knieën. Ook al verhuisde ik later als volwassene van het Drentse platteland naar ’t Gooi, ik heb altijd oog gehouden voor het land. Vraag mij naar de stand van de mais en ik geef je de lengtes van verschillende plekken. En nu doe ik deze opleiding.
Bij voorkeur werk én woon ik later met anderen op een leuke boerderij
Mijn toekomstdroom is een zorgboerderij waarbij ik de landbouwbegeleiding verzorg. Ik zag ergens een bosbessenboerderij te koop staan. Ik zei al tegen mijn klasgenoten: als we daar nou eens tien tiny houses op konden zetten? Bij voorkeur werk én woon ik later met tuinders en zorgvragers op een leuke boerderij, bijvoorbeeld dat bessenbedrijf, in combinatie met droogbloemen en zorg. Waar wij en zij gewoon kunnen wonen zonder onderscheid te maken tussen de medewerkers. Ik geloof heel erg in de helende kracht van landbouwwerk. Ik denk dat veel zorgvragers een beetje moe zijn van dat zorgjargon. Dat ze beter gebaat zijn bij werken in de landbouw dan in praten over hun problemen aan een tafeltje bij de zorgverlener. Ik zou het ook geen zorgboerderij willen noemen, maar een ‘bloeiboerderij’, waar iedereen tot bloei kan komen.”